Wanneer iemand voor de priesteropleiding is aangenomen, dan is de vraag naar de roeping nog niet definitief beantwoord. Gedurende het hele studie- en vormingstraject zal de vraag ‘Is het priesterschap wat God in mijn hart heeft gelegd?’ regelmatig en op verschillende niveaus terugkeren:
- de kandidaat krijgt methoden aangereikt om de vraag naar het priesterschap in gebed aan God voor te leggen
- door cursussen over roeping, celibaat en priesterlijke spiritualiteit krijgt de kandidaat input waardoor hij op zijn roeping kan reflecteren
- in begeleidingsgesprekken zal regelmatig de vraag naar de roeping tot het priesterschap terugkeren
- in de contacten van kandidaten onderling tijdens het studieweekend zal ook keer op keer de vraag naar het priesterschap op informele wijze aan bod komen.
Door het gebed, de cursussen en de vele verschillende gesprekken krijgt een kandidaat gaandeweg steeds beter zicht of hij tot het priesterschap is geroepen. Ook leert hij om dit steeds beter voor zichzelf en voor anderen te verwoorden.
De uiteindelijke bevestiging van de roeping tot het priesterschap vindt plaats tijdens de wijdingsliturgie als de kandidaat bij naam naar voren geroepen wordt en door de bisschop de handen krijgt opgelegd.