Goedemorgen!
Het is nu zondagochtend, iets na half 10. Een moment dat op verschillende plekken anders wordt ingevuld. Sommigen draaien zich misschien nog een laatste keer om, of maken een wandeling en weer anderen zijn op weg naar de kerk om de zondag te vieren. Voor mij is dit nu een moment van terugkijken op een studieweekend dat richting zijn einde beweegt.
Op dit moment zit ik in mijn laatste jaar van Bovendonk, een opleidingscentrum voor priesters en diakens; dus voor mensen die in de kerk willen werken. De afgelopen jaren zijn voorbijgevlogen en vandaag wil ik iets langer stilstaan bij de ervaringen van dit weekend, in het licht van de afgelopen periode.
Toen ik wel eens nadacht over de vraag om priester te worden, schoot daarna direct de opmerking omhoog: ‘dat is niets voor mij’ en ‘daar pas ik niet in.’ Toch bleef die vraag knagen en op momenten terugkomen. Eigenlijk liet het mij niet los, ondanks alle bezwaren en beren op de weg die ik zag. Voorzichtig ging ik mij toch oriënteren op de opleiding, met alle twijfels van dien.
Het is op Bovendonk mogelijk om een studieweekend mee te lopen. Om zo te zien hoe de opleiding vorm krijgt en hoe het een en ander eruit ziet. Ik sprak in mijn meeloopweekend met een priesterstudent die aan het einde van zijn opleiding stond. Dit was heel letterlijk, want aan het einde van dat studieweekend werd hij tot diaken gewijd. Toen ik over mijn twijfels sprak, citeerde hij Mgr. Van den Hende, toentertijd bisschop van Breda, die bij de opening van een studiejaar zei: “Je begint niet aan deze opleiding om gewijd te worden, maar om je roeping te onderscheiden.” Dit bleef bij mij hangen. Mijn twijfels waren niet weggenomen, maar aan een opleiding beginnen met de vraag: “wil ik priester worden?” daar kon ik wel ja op zeggen en zo geschiedde.
De grote meerwaarde van deze opleiding is dat je met verschillende studenten deze weg gaat, iedereen op zijn eigen manier, met de eigen “eigen-aardigheden”. Zo trek je met elkaar op. We delen verhalen en we leren van en aan elkaar. De studieweekenden zijn goed gevuld. Ze beginnen op vrijdagavond om 19.30 uur met het bidden van het avondgebed en de rollercoaster gaat door tot het middaggebed op de zondag. Tussendoor volg je colleges, vier je samen de Mis, bid je de gebedstijden en drink je ’s avonds een glas, terwijl je samenspreekt over dat wat je meegemaakt hebt, of over de voetbalwedstrijd die je gezien hebt. Als studenten leer je elkaar in deze jaren dus goed kennen en waarderen.
Het is daarbij een prachtige traditie dat medestudenten na hun wijding nog een keer terugkomen om op zondag de Eucharistie mee te vieren en de preek te verzorgen. Zo ook dit weekend. Een medestudent die drie maanden geleden de diakenwijding ontving, assisteerde in de H. Mis. Dit blijft een wonderlijke gewaarwording. Aan het einde van het vorige studiejaar dronken we nog wat in de zon, spraken we over de colleges die afgerond werden en keken we vooruit naar zijn komende wijding. Vandaag komt er geen medestudent meer binnen, maar een diaken, met nog steeds dezelfde humor en nu met prachtige verhalen over zijn eerste stappen in de pastorale praktijk.
Ik vind het indrukwekkend om te zien hoe iemand met wie je enkele jaren opgetrokken bent, verhalen hebt uitgewisseld en samen gegroeid bent, nu daar in zijn ambt staat en prachtige woorden spreekt over het Evangelie. De preek was prachtig, maar nog mooier is dat wat hij uitstraalt: de vreugde! De vreugde van het werken in de Kerk. De vreugde van het navolgen van Christus. De vreugde die mensen in beweging brengt.
Het is juist deze vreugde die de Kerk kleur geeft, die gemaakt hebt dat ik deze weg gegaan ben. De vreugde die mij Gods Liefde laat voelen en mijn Tochtgenoot is op deze wonderlijke reis.
Een roeping wordt niet vaak ervaren als een Stem uit de Hemel, of een helder licht dat je van je fiets afwerpt. Volgens mij, zo ervaar ik het in ieder geval, klinkt een roeping eerder in de ontmoeting met andere mensen, waarin je iets van Gods liefde mag ervaren. Deze roeping word ik ook gewaar als ik op Bovendonk met medestudenten optrek en zeker als je een vriend / medestudent / diaken vurig hoort en ziet preken. In mij klinkt dan een stemmetje: “Dit is ook jouw weg, ga maar en Ik trek met je mee.”
De weg is niet altijd even duidelijk of helder, maar ik heb gemerkt dat ik op mijn weg altijd weer lichtjes tegenkom die het pad tonen en mij verder helpen. Toen ik aan de opleiding begon dacht ik: “ik ga onderscheiden wat God van mij vraagt” en die gedachte wordt steeds meer: “Hier ben ik Heer, zend mij maar…”
Ik kan mij goed voorstellen dat jij het aan het zoeken bent hoe jij je roeping kunt verstaan. Hierbij kan ik je alleen maar uitnodigen om een keer op Bovendonk te komen kijken en op jouw manier te onderzoeken hoe de Heer met jou onderweg kan gaan.
Sander Verschuur