Algemene principes
Leidende documenten voor het curriculum zijn de Ratio Fundamentalis Institutionis Sacerdotalis (2016) en de apostolische exhortatie Pastores dabo vobis (1992). De Ratio fundamentalis karakteriseert de opleiding en vorming tot priester (en diaken) als “a journey of discipleship” en “a journey of formation and configuration of Christ.” Deze karakterisering geeft aan dat het startpunt van de hele vorming bij de Heer ligt en bovenal een geestelijke weg is. Op deze geestelijke weg kunnen en mogen studenten groeien als persoon, intellectueel en in velerlei pastorale attitudes en vaardigheden. Uitgaande van deze algemene principes volgen nu enkele concrete uitwerkingen op de vier pijlers van de opleiding.
Persoonsvorming
Communicatieve, sociaal-emotionele en leidinggevende vermogens worden steeds belangrijker in de pastorale praktijk. In de missionaire Kerk wordt wat betreft kerkelijk leiderschap en kerkopbouw steeds meer een beroep gedaan op de gaven en talenten van christengelovige leken. Zij voeren hun taken uit op basis van hun doopsel. Erkennen van en ruimte geven aan de vele charismata van de lekengelovigen is een taak van de pastoor als herder van de gemeenschap. Voor de toekomstige ambtsdragers betekent dit dat zij vooral ook teamspelers zullen moeten kunnen zijn.
Persoonsvorming kent vakken als Roeping als proces, mentoraat, supervisie, celibaat en affectief leven, groepsdynamica.
Spirituele vorming
“Als de menselijke vorming zich ontwikkelt in het kader van een antropologie die heel de werkelijkheid van de mens omvat, opent zij zich voor de geestelijk vorming en wordt zij daarin voltooid,” zo Pastores dabo vobis. Bij de persoonsvorming gaat het niet enkel om het vormen van studenten tot vrije, verantwoordelijke en volwassen subjecten in de wereld. De vorming richt zich naar de persoon van Jezus Christus. Een belangrijke doelstelling is dat studenten steeds meer vertrouwd raken met het leven van Jezus en dat studenten zich door Hem laten omvormen tot “nieuwe mensen” (vgl. Ef 4,24). Deze omvorming (“a journey of discipleship”) is een levenslang proces.
Bij iedere student die op Bovendonk start is al sprake van een (beginnend) spiritueel leven, vaak gekleurd door wat men van thuis heeft meegekregen of door een bepaalde spirituele stroming. De viering van de Eucharistie, het bidden van het getijden en persoonlijk gebed vormen de drie pijlers van het geestelijke leven van de toekomstige ambtsdrager. Wij beogen studenten binnen te leiden in het brede geestelijke leven van de Kerk, niet alleen door kennisoverdracht van de vele spirituele stromingen, maar vooral ook door de studenten allerlei vormen van spiritualiteit te laten beleven. Zo ontdekt iedere student voor zichzelf bij welke vorm van (persoonlijk) gebed hij zich thuis voelt en waarin hij verder kan groeien in de relatie met de Heer. Ook leert hij de grote diversiteit van spirituele vormen kennen en (hopelijk) waarderen; een diversiteit die hij zowel in zijn parochie als in de samenleving zal aantreffen.
Intellectuele vorming
De opzet voor de intellectuele vorming volgt in de kern de Ratio Fundamentalis: het eerste jaar is min of meer propedeutisch met veel inleidende vakken; de filosofische en theologische vakken worden voornamelijk in jaar twee tot en met vier gegeven, waarbij op Bovendonk beide vakgebieden naast elkaar gegeven worden en niet achter elkaar; in jaar vijf en zes staat de pastorale vorming centraal, maar is ook de nodige aandacht voor de intellectuele vorming.
De volgende vakgebieden geven invulling aan de intellectuele pijler van de opleiding: filosofie, systematische en dogmatische theologie, bijbelstudie, kerkgeschiedenis, moraal en ethiek, canoniek recht, menswetenschappen, religiewetenschappen.
Pastorale vorming
Het accent van de pastorale vorming ligt in jaar vijf en zes. De pastorale vorming kent op dit moment vakken als liturgie, kerkmuziek, sacramentenvoorbereiding en sacramentenpraktijk, homiletiek, pastorale gespreksvoering, catechetiek, reflecties op ethische en pastorale situaties, enzovoorts. Dit zijn vakken die horen bij het reguliere pastoraat. Om studenten voor te bereiden op de pastorale praktijk in een seculiere samenleving worden vakken gegeven als leidinggeven in de Kerk; kerkopbouw 2: missionaire kerk; vieringen in een missionaire Kerk; postmoderne religies en oriëntatie op de postmoderne samenleving.