“In brede zin valt de pastorale vorming samen met de geestelijke: ze is de vorming tot steeds vollere identificatie met de diakonia van Christus. In engere zin ontwikkelt de pastorale vorming zich via specifiek theologische cursussen, ervaringen in het pastoraat van de thuisparochie en de tweejarige pastorale stage”, zo zegt het Romeinse document over de Basisnormen voor de vorming van permanente diakens.
Bij de pastorale vorming van diakenkandidaten zal bijzondere aandacht zijn voor de diaconale aandachtvelden, zoals:
- de liturgische praktijk: toediening van sacramenten en sacramentaliën, dienst aan het altaar;
- de verkondiging van het woord: catechese, preekvoorbereiding en preken, sacramentenvoorbereiding;
- de dienst aan de naaste: inzet van de Kerk voor sociale gerechtigheid en liefdadigheid;
- het leven in de gemeenschap: aandacht voor gezinnen, begeleiden van kleine groepen en gemeenschappen.
Evenals de andere pijlers van de vorming is het doel van de pastorale vorming, het doormaken van een omvorming om Christus werkelijk als de Dienaar present te kunnen stellen. Gedurende de hele opleiding wordt aandacht besteed aan de pastorale vorming, waarbij een hoofdaccent ligt op de laatste twee stagejaren.
In de eerste vier jaar van de studie en vorming wordt van een kandidaat verwacht, dat hij als vrijwilliger in zijn thuisparochie actief is. Dit kan als lector of acoliet, in het zangkoor, als lid van een bepaalde werkgroep en eventueel ook als bestuurslid. Door actief deel te nemen aan het parochiële leven vormt de kandidaat zich een goed beeld van de Kerk zoals die zich manifesteert in een concrete geloofsgemeenschap. Ook krijgt hij zicht op de persoon en de plaats van de diaken, de priester, de overige bedienaren en de geëngageerde leken. Het parochiewerk is geen stagearbeid. Wel kan een kandidaat zijn ervaringen inbrengen in de colleges en zo alvast beginnen met eerste reflecties op het pastorale werk en de diaconale grondhouding van het pastorale werk.
In het vijfde en zesde jaar loopt de kandidaat een volledige pastorale stage. De stage vindt in principe plaats in een parochie. Een deel van de stage kan ook in een specifiek diaconaal veld gelopen worden, zoals het werken met dak- en thuislozen, instellingen voor verslaafden, werken met gevangenen of een diaconaal project van het eigen bisdom. Tijdens deze jaren krijgt de kandidaat supervisie en wordt met een pastoraal theoloog op de pastorale ervaringen gereflecteerd. Op deze wijze wordt een juiste diaconale beroepshouding ingeoefend.
Om het proces van de pastorale vorming te bevorderen en te begeleiden biedt de opleiding over de zes jaren van studie en vorming verschillende elementen:
• begeleiden van vrijwilligerswerk in de eigen parochie
• colleges praktische theologie, practica liturgie, preekbegeleiding e.d.
• mentoraatsgesprekken in de eerste twee jaar
• muzikale vorming
• lector en acoliet tijdens vieringen op Bovendonk
• tweejarige stage met werkbegeleiding in de stageparochie en supervisie en pastoraal theologische reflecties op Bovendonk